Peuter / kleuter

Hieronder vind je informatie over een aantal veel voorkomende thema’s over peuters en kleuters.
Heb je na het lezen van de tips nog vragen of houden andere thema’s je bezig? Neem gerust contact op.

We werken aan de website. De informatie hieronder is nog niet compleet.

Eten

Eten kan voor je kind, maar ook voor jou als ouder een uitdaging zijn. Als ouder wil je ervoor zorgen dat je kind alle nodige voedingsstoffen binnen krijgt en gezond leert eten. 

Belangrijk om te weten is dat kinderen een nieuwe smaak 10 tot 15 keer moeten proeven voordat ze deze herkennen en kunnen beslissen of ze het lekker vinden. Het is dus belangrijk om het vaker aan te bieden en als ouder geduldig te zijn. 

Probeer het moment aan tafel gezellig te houden. Het fijn is als kinderen iets eten, maar een positieve ervaring met eten is veel meer waard! 

Als je meer tips wilt, klik dan op de button hieronder.

Spelen

Spelen is de natuurlijke manier waarop peuters en kleuters de wereld om zich heen verkennen en leren begrijpen. Tijdens het spelen ontwikkelen ze motorische vaardigheden, zoals grijpen, kruipen en lopen. Daarnaast stimuleert spel het vermogen om te delen, samen te werken, en vrienden te maken. 
Spelen is ook een manier om gevoelens te uiten en ermee te leren omgaan.  

Het is essentieel om kinderen de ruimte te geven om te experimenteren, fouten te maken en hun creativiteit te uiten. Dit kun je doen door gebruik te maken van speelgoed zonder vaststaand doel. Bijvoorbeeld blokken, klei, verkleedkleren. Dit soort speelgoed stelt kinderen in staat om hun eigen spelregels te bedenken. Dit draagt het bij aan het zelfvertrouwen van het kind door de ontwikkeling van vaardigheden zoals probleemoplossend vermogen, sociale interactie en het vormen van zelfbeeld.  

Zelfredzaamheid

Peuters en kleuters gaan de wereld verkennen en ontdekken. Ze gaan van alles uitproberen, grenzen opzoeken en willen steeds meer zelf doen. Het is belangrijk om je peuter of kleuter te stimuleren in het zelfstandig worden. Begin bijvoorbeeld met het geven van kleine opdrachtjes. Doe het voor en blijf erbij, zodat kinderen weten wat er wordt verwacht. Je kunt vervolgens de opdracht uitbreiden. Hierdoor leren kinderen dat ze dingen ook zelf kunnen. Dit draagt bij aan het zelfvertrouwen en positief zelfbeeld van het kind.

Peuters kunnen zelf hun kleding aantrekken, soms doen ze dit nog verkeerd om. Ze kunnen ook meehelpen met opruimen. Onder toezicht kunnen kleuters zichzelf wassen en hun boterham smeren. Als ouder kun je bij deze activiteiten ondersteunen door je kind positief te stimuleren en complimenten te geven. Ook humor stimuleert zelfredzaamheid.

Zindelijkheid

Met je peuter werken aan zindelijkheid: hoe doe je dat? Het is belangrijk om te beginnen in een rustige periode wanneer je peuter er lichamelijk en emotioneel klaar voor lijkt. Meestal is dit tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar oud.

Praat met je peuter te over naar het potje gaan en laat zien hoe het werkt. Ontwikkel samen een dagelijkse routine waar je kind op vaste momenten op het potje gaat zitten. Moedig je kind positief aan en maak een leuk moment van het toiletbezoek. Wees geduldig en begripvol, omdat zindelijkheidstraining gepaard kan gaan met ongelukjes. Laat je kind merken dat dit niet erg is.

Het is ook handig om met de kinderopvang of peuterspeelzaal te communiceren over de zindelijkheidstraining. Vaak zijn kinderen eerst overdag zindelijk en volgt later de zindelijkheid in de nacht. Het zindelijk worden is een belangrijkste stap in de ontwikkeling van de peuter naar zelfstandigheid.

Driftbuien

Peuters en kleuters kunnen driftbuien laten zien, dit hoort bij de leeftijd. Peuters en kleuters kunnen nog niet goed omgaan met hun emoties en hebben begeleiding van hun ouders nodig. Een duidelijke en voorspelbare omgeving is helpend.

Wanneer je peuter of kleuter driftbuien laat zien, is het belangrijk om deze boosheid te benoemen en je kind de ruimte te geven om zijn emoties te uiten. Geef kort een uitleg waarom iets niet kan en herhaal dit. Sommige kinderen hebben behoefte om even uit de situatie te gaan, terwijl anderen jou als ouder nodig hebben om tot rust te komen. Blijf in ieder geval in de buurt. Geef positieve aandacht, zodat je daarna weer samen verder kunt met de dag.

Vanaf drie jaar worden de driftbuien langzaam minder, omdat hun zelfbeheersing groter wordt. Hier speelt de ontwikkeling van taal, maar ook sociale vaardigheden een rol in. Vanaf 5 jaar zijn de driftbuien meestal verdwenen.